
1 |
Tygo wil vandaag 7 vissen vangen. Hij heeft al 3 vissen. Hoeveel vissen moet hij nog vangen?
_______________________4_______________________ vissen
|
2 |
Isabelle koopt een plant. Deze kost eerst 18 euro. En nu nog 14 euro. Hoeveel euro is de plant goedkoper geworden?
_______________________4_______________________ euro
|
3 |
In het weiland rennen 4 haasjes, 3 konijnen en er vliegen 2 roofvogels. Hoeveel dieren zie je in het weiland?
_______________________9_______________________ dieren
|
4 |
De juf deelt 7 dierenstickers, 6 bloemenstickers en ook nog 3 autostickers uit. Hoeveel stickers heeft de juf uitgedeeld?
_______________________16_______________________ stickers
|
5 |
![]() ![]() ![]() 1 uur half 2 X 2 uur half 3 |
6 |
In een restaurant zijn 5 tafels met elk 3 gasten. Hoeveel gasten zijn er in het restaurant?
_______________________15_______________________ gasten
|
7 |
Als ik op de fiets naar school ga, moet ik om 8 uur weg. Hoe staan de wijzers dan?
![]() ![]() ![]() X
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
8 |
Noa plukt bloemen voor oma. Ze plukt 2 boterbloemen, 4 tulpen en 3 paardenbloemen. Hoeveel bloemen krijgt oma?
_______________________9_______________________ bloemen
|
9 |
In groep 3 zitten 12 kinderen met zwart haar. In groep 4 zijn dat 9 kinderen. Hoeveel kinderen met zwart haar zitten er in groep 4 minder dan in groep 3?
_______________________3_______________________ kinderen
|
10 |
![]() ![]() ![]() 11 uur 10 uur X half 11 half 12 |

Copyright 2024 © Redactiesommen.nl
Privacy beleid
Kijk ook eens op www.rekenspelletjes.nu en bijdeles.online (quiz taal/rekenen/spelling)