1 |
In groep 3 zitten 14 kinderen met zwart haar. In groep 4 zijn dat 7 kinderen. Hoeveel kinderen met zwart haar zitten er in groep 4 minder dan in groep 3?
_______________________7_______________________ kinderen
|
2 |
Om een bankje te maken gebruikt de vader van Saar 8 grote en 9 kleine schroeven. Hoeveel schroeven heeft hij gebruikt?
_______________________17_______________________ schroeven
|
3 |
Rick koopt een lolly van 45 cent. Hij geeft 1 euro. Hoeveel cent krijgt hij terug?
_______________________55_______________________ cent
|
4 |
Als ik op de fiets naar school ga, moet ik om 8 uur weg. Hoe staan de wijzers dan?
|
5 |
Op een kantoor zijn 15 computers. Ook zijn er 6 laptops. Er zijn minder laptops. Hoeveel minder?
_______________________9_______________________ laptops
|
6 |
Loek heeft 2 doosjes snoepjes. In ieder doosje zitten 4 snoepjes. Hoeveel snoepjes heeft Loek?
_______________________8_______________________ snoepjes
|
7 |
Tara eet 15 poffertjes. Later eet ze nog 3 poffertjes. Julia eet 2 poffertjes. Hoeveel poffertjes hebben ze samen op?
_______________________20_______________________ poffertjes
|
8 |
Dylano heeft 5 konijnen. Hij geeft ze allemaal 2 bakjes voer. Hoeveel bakjes voer moet hij pakken?
_______________________10_______________________ bakjes voer
|
9 |
Tante Liv bakt 69 pannenkoeken. Daarvan mislukken 7 pannenkoeken. Hoeveel pannenkoeken zijn wel gelukt?
_______________________62_______________________ pannenkoeken
|
10 |
Timo heeft 14 punten gemaakt. Mark heeft 6 punten. Hoeveel punten heeft Mark minder gemaakt dan Timo?
_______________________8_______________________ punten
|
