
1 |
De verkoper heeft vandaag voor 331 euro verkocht. Welke briefjes en munten kunnen er in zijn kassa liggen?
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
2 |
Fenna koopt bij de speelgoedwinkel een nieuw spel. Ze moet 47,50 euro betalen. Ze geeft 60 euro. Hoeveel euro krijgt Fenna terug?
_______________________12,50_______________________ euro
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
3 |
Tante Tessa koopt een nieuwe trui van 47,50 euro. Ze geeft 60 euro. Hoeveel euro krijgt tante Tessa terug?
_______________________12,50_______________________ euro
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
4 |
Oma koopt bij de boekhandel nieuwe kaarten. Ze moet 16,65 euro betalen. Ze geeft 20 euro. Wat kan ze terugkrijgen?
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
5 |
Imke gaat naar de visboer en moet 7,40 euro betalen. Ze geeft 10 euro. Welke munten kan ze terugkrijgen?
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
6 |
Tara en Imani kopen een paar lekkere broodjes. Ze moeten 16,65 euro betalen. Ze geven 20 euro. Wat krijgen ze terug?
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
7 |
De directeur van een basisschool gaat ijs kopen voor de hele school. Hij moet 321 euro betalen. Hoe kan hij precies gepast betalen?
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
8 |
Mika moet in de winkel 364 euro betalen. Hoe kan hij precies gepast betalen?
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
9 |
Sterre gaat naar de slager en moet 6,75 euro betalen. Ze geeft 10 euro. Welke munten kan ze terugkrijgen?
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
10 |
Levy koopt een zak snoep van 1,70 euro en een zakje chips van 0,95 euro. Hoeveel moet hij betalen?
_______________________2,65_______________________ euro
|

Copyright 2024 © Redactiesommen.nl
Privacy beleid
Kijk ook eens op www.rekenspelletjes.nu en bijdeles.online (quiz taal/rekenen/spelling)