1 |
David fietst even naar de visboer. Hij koopt vis en betaalt contant. Hoeveel euro heeft oom David betaald?
_______________________11,95_______________________ euro
|
||||||||||||||||||||||||
2 |
De fiets van Jay moest gerepareerd worden. Jay geeft bij de kassa deze biljetten en munten. Hoeveel kostte de reparatie?
_______________________92_______________________
|
||||||||||||||||||||||||
3 |
Casper neemt heel zijn spaarpot mee naar de speelgoedwinkel. Hij kiept bij de kassa zijn spaarpot leeg en betaalt 72 euro. Met welke biljetten en muntjes kan Casper betalen?
|
||||||||||||||||||||||||
4 |
Opa heeft nieuwe lampen voor in de kamer gekocht. Bij de kassa geeft hij deze biljetten en munten. Hoeveel kosten de lampen?
_______________________47_______________________
|
||||||||||||||||||||||||
5 |
Opa maakt zijn broekzakken leeg en dit geld komt er allemaal uit. Hoeveel euro is dit in totaal?
_______________________14,75_______________________ euro
|
||||||||||||||||||||||||
6 |
Lisanne gaat boodschappen doen en moet bij de kassa 42 euro betalen. Hoe kan ze precies gepast betalen?
|
||||||||||||||||||||||||
7 |
Sam koopt snoep voor 1 euro. Ze betaalt met muntjes van 10 eurocent. Hoeveel muntjes moet Sam geven?
_______________________10_______________________ munten
|
||||||||||||||||||||||||
8 |
In het tuincentrum koopt oma nieuwe plantjes voor de lente. Ze moet 64 euro betalen. Hoe kan oma gepast betalen?
|
||||||||||||||||||||||||
9 |
Jamie krijgt 100 euro vakantiegeld. Hij krijgt een briefje van 50 en een briefje van 10. Hoeveel briefjes van 20 krijgt hij er nog bij?
_______________________2_______________________ briefjes
|
||||||||||||||||||||||||
10 |
Oma haalt snel even een paar boodschappen. Ze geeft deze munten aan de caissière om gepast te betalen. Hoeveel euro kosten de boodschappen?
_______________________12,65_______________________ euro
|
Copyright 2024 © Redactiesommen.nl
Privacy beleid
Kijk ook eens op www.rekenspelletjes.nu en bijdeles.online (quiz taal/rekenen/spelling)