Spellingoefenen.nl: Spelling oefenen voor groep 3,4,5,6,7 en 8 Taaloefenen.nl: Taal oefenen voor groep 3,4,5,6,7 en 8 Sommenoefenen.nl: Sommen oefenen voor groep 3,4,5,6,7 en 8
Redactiesommen.nl: Cito rekenen met verhaaltjessommen


Naam: ___________________________________       Niveau: Groep 6 - Midden


1
Amira stopt dit geld in het parkeerautomaat. Hoeveel euro is dat in totaal?
_______________________18,45_______________________ euro
2
De moeder van Eva koopt een rol behang van € 63,50,- Ze geeft € 100,-. Hoeveel euro krijgt de moeder van Eva terug?
_______________________36,50_______________________ euro
3
Felix koopt een nieuwe voetbal van € 28,95 en nieuwe scheenbeschermers van € 31,30. Hoeveel euro moet Felix betalen?
_______________________60,25_______________________ euro
4
Arthur gaat op schoolreis naar de dierentuin. Hij koopt voor € 22 in het winkeltje. Hij geeft € 75,- Wat krijgt Arthur terug?
x_____ 2_____  x_____ 1_____  x_____ _____  x_____ 1_____  
x_____ 1_____  x_____ _____  x_____ _____  x_____ _____  
5
Bij het tankstation moet de vader van Koen € 59,50 betalen. Hij geeft € 100,- Hoeveel euro krijgt hij terug?
x_____ 2_____  x_____ _____  x_____ _____  x_____ _____  
x_____ _____  x_____ 1_____  x_____ _____  x_____ _____  
6
Tante Eva moet in de kledingwinkel € 245,- betalen. Hoe kan ze gepast betalen?
x_____ 4_____  x_____ 2_____  x_____ _____  x_____ 1_____  
x_____ _____  x_____ _____  x_____ _____  
7
Fiene gaat met haar vriendinnen naar de jaarmarkt op het dorp. Ze koopt munten voor € 18,50. Ze geeft bij de kassa € 50,- Hoeveel krijgt Fiene terug?
x_____ 1_____  x_____ 1_____  x_____ _____  x_____ _____  
x_____ 1_____  x_____ 1_____  x_____ _____  x_____ _____  
8
Esmee telt de inhoud van haar portemonnee. Hoeveel euro zit erin?
_______________________36,95_______________________ euro
9
De familie van Imke heeft vandaag gewinkeld. Ze hadden deze briefjes bij zich. Hoeveel euro hadden ze mee?
_______________________1265_______________________ euro
10
Jens wilt € 26,80 precies gepast betalen. Hoe kan hij dat doen?
x_____ 1_____  x_____ _____  x_____ 1_____  x_____ 1_____  
x_____ 1_____  x_____ 1_____  x_____ 1_____  x_____ _____