Spellingoefenen.nl: Spelling oefenen voor groep 3,4,5,6,7 en 8 Taaloefenen.nl: Taal oefenen voor groep 3,4,5,6,7 en 8 Sommenoefenen.nl: Sommen oefenen voor groep 3,4,5,6,7 en 8
Redactiesommen.nl: Cito rekenen met verhaaltjessommen


Naam: ___________________________________       Niveau: Groep 4 - Eind


1
Lara moet 28 euro betalen. Ze geeft 1 briefje van 20 euro. De rest geeft ze in munten van 2 euro. Hoeveel munten zijn dat?
_______________________4_______________________ munten
2
Oma betaalt de toegangskaartjes bij het zwembad. Ze moet 28 euro betalen. Hoe kan ze precies gepast betalen?
x_____ _____  x_____ 1_____  x_____ _____  x_____ 1_____  
x_____ 1_____  x_____ 1_____  
3
Vader moet 43 euro betalen bij de frietboer. Hij geeft een briefje van 50 euro. Hoeveel euro krijgt vader terug?
x_____ _____  x_____ _____  x_____ _____  x_____ 1_____  
x_____ 1_____  x_____ _____  
4
Elisa koopt spullen voor haar poppenhuis. Ze moet 75 euro betalen. Hoe kan ze precies gepast betalen?
x_____ 1_____  x_____ 1_____  x_____ _____  x_____ 1_____  
x_____ _____  x_____ _____  
5
Oma moet bij de kassa 34 euro betalen. Ze geeft 3 briefjes van 10 euro. Hoeveel munten van 2 euro moet ze erbij geven?
_______________________2_______________________ munten
6
De bakker geeft deze briefjes en muntjes terug. Hoeveel euro geeft hij terug?
_______________________49_______________________ euro
7
Mike moet voor de reparatie van zijn fiets 88 euro betalen. Hij geeft 100 euro. Hoeveel geld krijgt hij terug?
x_____ _____  x_____ _____  x_____ 1_____  x_____ _____  
x_____ 1_____  x_____ _____  
8
Vader gaat tanken en moet 72 euro betalen. Hoe kan hij bij de kassa precies gepast betalen?
x_____ 1_____  x_____ 1_____  x_____ _____  x_____ _____  
x_____ 1_____  x_____ _____  
9
Emir koopt een doos lego voor 38 euro. Hij geeft een briefje van 50 euro. Hoeveel geld krijgt Emir terug?
x_____ _____  x_____ _____  x_____ 1_____  x_____ _____  
x_____ 1_____  x_____ _____  
10
Jasmijn koopt een nieuwe jurk voor 53 euro. Ze geeft bij de kassa 70 euro. Hoeveel geld krijgt ze terug?
x_____ _____  x_____ _____  x_____ 1_____  x_____ 1_____  
x_____ 1_____  x_____ _____