1 |
De restauranthouder rekent € 1414,- af met 7 klanten. Hoeveel euro betaalt iedere klant?
_______________________202_______________________ euro
|
2 |
Bij de jaarbestelling komen 1863 nieuwe schriften binnen. Deze worden verdeeld over 9 klassen. Hoeveel schriften krijgt iedere klas?
_______________________207_______________________ schriften
|
3 |
Adam heeft € 168,- verdiend. Hij krijgt per uur € 12,-. Hoeveel uur heeft Adam hiervoor gewerkt?
_______________________14_______________________ uur
|
4 |
De vader van Sven maakt een terras van 182 tegels. Het terras bestaat uit 14 rijen. Hoeveel tegels komen er per rij?
_______________________13_______________________ tegels
|
5 |
Een boer heeft 187 suikerbieten. Ieder schaap krijgt 11 suikerbieten. Hoeveel schapen kan de boer voeren?
_______________________17_______________________ schapen
|
6 |
De bakker heeft 120 koekjes gebakken en verpakt deze in doosjes van 4 koekjes. Hoeveel doosjes met koekjes kan de bakker maken?
_______________________30_______________________ doosjes
|
7 |
De lampenfabriek maakt 1435 lampen. Ze worden per 7 stuks verpakt in en doos. Hoeveel dozen met deze lampen heeft de lampenfabriek?
_______________________205_______________________ dozen
|
8 |
In de snoepwinkel worden 182 kauwgomballen verpakt. In een zakje gaan 14 kauwgomballen. Hoeveel zakjes kunnen er gemaakt worden?
_______________________13_______________________ zakjes
|
9 |
De banketbakker heeft 84 gebakjes gemaakt en verpakt 6 gebakjes per doos. Hoeveel dozen kan de banketbakker vullen?
_______________________14_______________________ dozen
|
10 |
Een bloemist gaat naar een beurs om de voorraad aan te vullen. De bloemist koopt 160 zakjes met tulpenbollen. In een doos zitten 8 zakjes. Hoeveel dozen met zakjes krijgt de bloemist?
_______________________20_______________________ dozen
|
