Spellingoefenen.nl: Spelling oefenen voor groep 3,4,5,6,7 en 8 Taaloefenen.nl: Taal oefenen voor groep 3,4,5,6,7 en 8 Sommenoefenen.nl: Sommen oefenen voor groep 3,4,5,6,7 en 8
Redactiesommen.nl: Cito rekenen met verhaaltjessommen


Naam: ___________________________________       Niveau: Groep 5 - Midden


1
De moeder van Sebastiaan heeft 36 zaadjes om groente te zaaien. Ze verdeelt dit over 6 rijen. Hoeveel zaadjes komen in iedere rij?
_______________________6_______________________ zaadjes
2
De kaasboer heeft 50 kilo kaas. Hij snijdt dit in stukken van 6 kilo. Hoeveel stukken van 6 kilo heeft de kaasboer?
_______________________8_______________________ stukken
3
Berend heeft 40 dierenkaartjes. Hij verdeelt deze eerlijk over zijn 8 vrienden. Hoeveel kaartjes krijgt ieder vriendje?
_______________________5_______________________ kaartjes
4
De koerier heeft 36 liter benzine in zijn tank. Per pakketbezorging verrijdt hij ongeveer 4 liter. Hoeveel pakketten kan hij bezorgen?
_______________________9_______________________ pakketten
5
Kate begint een handeltje in kleding. Ze bestelt 42 nieuwe kledingstukken. Ze hangt 6 kledingstukken aan een rek. Hoeveel kledingrekken heeft Kate nodig?
_______________________7_______________________ kledingrekken
6
Fem krijgt voor haar verjaardag 80 euro. Ze wil dit besteden aan harplessen die 20 euro per les kosten. Hoeveel lessen kan Fem nemen van haar verjaardagsgeld?
_______________________4_______________________ lessen
7
Oma heeft 50 euro. Al haar kinderen krijgen een cadeau van 25 euro als ze jarig zijn. Hoeveel cadeaus kan oma kopen?
_______________________2_______________________ cadeaus
8
Bij het tuincentrum komen 12 bomen binnen voor de verkoop. De bomen worden op 2 plaatsen neergezet. Hoeveel bomen staan er op een plaats?
_______________________6_______________________ bomen
9
De gemeentewerker moet `s zomers in de hele stad 24 bloembakken water geven. Hij doet hier 4 uur over. Hoeveel bloembakken kan hij per uur doen?
_______________________6_______________________ bloembakken
10
Op het strand zijn 30 mensen. Ze willen graag onder een parasol zitten waar 5 mensen onder passen. Hoeveel parasols zijn er nodig?
_______________________6_______________________ parasols