Oefenwereld.nl: Maak alle website reclamevrij! Spellingoefenen.nl: Spelling oefenen voor groep 3,4,5,6,7 en 8 Taaloefenen.nl: Taal oefenen voor groep 3,4,5,6,7 en 8 Sommenoefenen.nl: Sommen oefenen voor groep 3,4,5,6,7 en 8 Redactiesommen.nl: Cito rekenen met verhaaltjessommen


Naam: ___________________________________       Niveau: Groep 7 - Eind


1
De moeder van Meike bestelt
6/8
aardbeienvlaai,
4/8
chocoladevlaai en
3/8
kersenvlaai. Hoeveel vlaai bestelt de moeder van Meike in totaal?
Schrijf hiernaast een heel getal en een breuk
1
  
5
8
2
De familie van Aron moet 350 kilometer rijden. Ze hebben
3/4
deel gereden, voordat ze gaan eten. Hoeveel kilometer moeten ze na het eten nog rijden?
_______________________87,5_______________________ kilometer
3
Voor een recept heeft Faye
3/5
liter water klaarstaan. Ze gebruikt
3/10
liter. Hoeveel liter heeft ze nog over?
Schrijf hiernaast een breuk
3
10
4
Op het containerschip staan 2500 containers.
3/5
deel wordt in de eerste haven gelost. Hoeveel containers zijn dat?
_______________________1500_______________________ containers
5
Wie van de kinderen heeft de kleinste breuk opgeschreven?
      Siem: 7/20    
      Fabian: 1/2    
X 
      Duuk: 3/10    
      Oscar: 2/5    
6
7/8
van alle 4800 aardbeienplantjes zijn al verkocht. Hoeveel aardbeienplantjes zijn dat?
_______________________4200_______________________ aardbeienplantjes
7
De hotelovernachting kost € 300,-. Meike betaalt tijdens de boeking al
2/5
deel. Hoeveel euro moet Meike later nog betalen?
_______________________180_______________________ euro
8
Fedde en Raf doen een spelletje. Fedde schrijft 2,4 op als kommagetal. Raf moet precies dezelfde hoeveelheid opschrijven als getal met een breuk. Wat moet Raf opschrijven?
Schrijf hiernaast een heel getal en een breuk
2
  
2
5
9
Stratenmaker Hidde legt
3/8
deel van de straat en stratenmaker Milan legt
1/4
deel. Welk deel van de straat hebben de stratenmakers gelegd?
Schrijf hiernaast een breuk
5
8
10
De ouders van Mart kopen een nieuwe staande klok voor in de woonkamer. De klok kost € 250,-. Bij de koop hebben ze al
3/5
deel betaald. Hoeveel euro moeten ze nog betalen?
_______________________100_______________________ euro